Door Joost Niemöller
Vanochtend verscheen er op de Vlaamse tv een medewerkster die op weg was naar haar werk. Een fris, leuk, roodharig meisje. Ze zat in het metrotreinstel achter de metro die ontplofte. Ze beschreef haar ervaringen. Hoe er rook verscheen. Hoe de metro ineens stilstond. Hoe iedereen via de achteruitgang over de rails moest lopen tot bij het vorige metrostation. Dat er iets mis was, besefte ze wel. Tja. Het had niks gescheeld of ze was ook in een rauwe lap vlees veranderd. Even een stukje harder doorgelopen. Even het groene licht gehaald. Even niet hoeven zoeken naar je huissleutels. Toch maakte dit frisse jonge meisje geen geschrokken indruk. Dat vond ik bewonderenswaardig. En ze voelde geen enkele reden om iets te zeggen over de reden waarom die andere passagiers die minder geluk hadden, wel tot rauwe lappen vlees waren veranderd. Dat vond ik laf. Maar niet uitzonderlijk laf. Gewoon alledaags laf.
Lees verder>>>