E.J. BRON - 17 augustus 2011
Zijn waarschuwing werd in de wind geslagen: op 20 april 1968 eiste de Engelse afgevaardigde Enoch Powell dringend een stop op de massa-immigratie naar Groot-Brittannië. De actuele onlusten bevestigen de angsten van de in 1998 overleden politicus. Hieronder zijn integrale rede.
“De belangrijkste functie van goed staatsmanschap bestaat erin, om vermijdbaar kwaad te voorkomen. Bij deze inspanning stuit zij op hindernissen, die diep in de menselijke natuur wortelen. Enerzijds zit dat in de orde der dingen, dat zulk kwaad niet bewijsbaar is, voordat het aan het licht komt: in iedere fase van zijn ontwikkeling blijft er speelruimte voor twijfel en twist of hij echt zou zijn of ingebeeld.
Tegelijkertijd baart het weinig opzien in vergelijking met huidige problemen, die zowel onbetwistbaar als dringend zijn: daarom de voortdurende verleiding in de politiek om zich ten koste van de toekomst met het onmiddellijke heden bezig te houden. Mensen neigen vooral naar de verkeerde opvatting, dat diegene, die trammelant voorspelt, deze veroorzaken of er zelfs naar verlangen zou. “Als de mensen er maar niet over zouden praten”, denken ze graag, “dan zou het waarschijnlijk niet gebeuren.”
Wellicht is deze gewoonte terug te voeren op het primitieve geloof, dat het woord en het ding, de naam en het voorwerp identiek zouden zijn. Hoe het ook zij, het zich bezighouden met toekomstig zwaarwegend, maar door direct handelen nog af te wenden kwaad, is de meest impopulaire en tegelijkertijd de meest noodzakelijke taak van een politicus. Diegenen, die zich hier met open ogen voor drukken, verdienen de vloeken van diegenen, die na hen komen – en vaak genoeg krijgen ze die dan ook.
Lees meer op: Artikel7.nu
zondag 21 augustus 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)