zaterdag 28 augustus 2010

The Perfect Iranian Storm on the Horizon

August 25, 2010 - by Michael J. Totten

An interview with Israeli journalist Jonathan Spyer, who went undercover in the "strange dark kingdom" of Iranian-controlled south Lebanon.

Jonathan Spyer is not your typical Israeli journalist and political analyst. He has a PhD in International Relations, he fought in Lebanon during the summer war of 2006, then went back to Lebanon as a civilian on a second passport.

I can’t say I felt particularly brave venturing into Hezbollah’s territory along the Lebanese-Israeli border, but it takes guts for Israelis to go there. If Hezbollah caught him and figured out who he was, he would have been in serious trouble.

No one he met in Lebanon knew where he was from. Everyone thought he was British. And no one in Israel but his friends and colleagues knew he went back to Lebanon on his own. He decided, though, that he may as well “out” himself on my blog. His secret journey will soon be revealed anyway when his book comes out in November called The Transforming Fire: The Rise of the Israel-Islamist Conflict.

We met in Jerusalem this month and discussed his two trips to Lebanon—with and without a passport—and the perfect Iranian storm brewing on the horizon.

Read the interview at: Michael J. Totten

Religie van de vrede

E.J. BRON - 27 AUGUSTUS 2010


Woorden zijn ingewikkelde dingen. Praktisch iedere tiran, om het even hoe bloeddorstig, heeft over zijn veroveringsplannen met begrippen van de ”vrede” gesproken. In 1939 bijvoorbeeld ondertekenden nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie een verklaring, waarin ze hun verovering van Polen omschreven als de schepping van ”een veilige basis voor een duurzame vrede in Oost-Europa.” In hetzelfde jaar waarin Saddam Hussein Koeweit binnenmarcheerde, hield hij op de top in Amman een toespraak, waarin hij verzekerde dat ”de Arabieren zouden streven naar vrede en gerechtigheid in de hele wereld.” En hoe kan men iets tegen vrede hebben?

De Romeinen hadden de Pax Romana, wat vrede onder Romeinse heerschappij betekende. De ”vrede” die Hitler, Stalin en Saddam zich voorstelden, was dezelfde. Dictators en tirannen, zowel nationaal als ideologisch, formuleren de wereld als chaotisch en orde behoevend. Alleen onder hun leiding en op hun manier zal de wereld eindelijk vrede kennen.

Toen Lenin verklaarde: ”Zonder de ineenstorting van het kapitaal is het onmogelijk om de oorlog met een waarachtig democratische vrede te beëindigen”, gebruikte hij dezelfde basisthese als alle andere tirannen, net zoals de islam. Dat er geen ”ware vrede” kan bestaan zonder het creëren van een samenleving die zijn ideologie volgt. Voor Lenin moest iedereen zich aan het communisme onderwerpen. Voor Hitler aan het nationaalsocialisme. Voor Mohammed aan de islam. Ieder sprak van vrede, maar ze definieerden vrede alleen in begrippen van hun eigen ideologie en heerschappij.

Wanneer apologeten beweren dat de islam een religie van de vrede is, hebben ze gelijk. In zoverre, wanneer hij gelooft in vrede door verovering en zijn bedoelde staat van de vrede niet-moslims reduceert tot een tweederangs status. Omdat de islam echter globaal is en voor zijn grenzen geen limiet kent, bestaat zijn soort van vrede erin constant oorlog te voeren om het territorium van de niet-moslims te veroveren – en van de moslims van wie zij de legitimiteit niet erkennen. Daarmee bereiken ze ”vrede”.


De vrede van de islam heeft met datgene wat de meeste mensen onder vrede verstaan net zoveel gemeen als de verzekering van Hitler en Stalin met de realiteit te maken heeft dat zij een basis voor duurzame vrede zouden leggen. De vrede van de islam was en is, net zoals de vrede van Hitler, een uitdrukking van machtswil, van een geloof, dat de wereld niet goed zou zijn zonder dat Mohammed of Adolf of hun aanhangers deze bepalen.

Terwijl de meeste mensen vrede als de afwezigheid van oorlog definiëren, beschouwt de islam oorlog als een middel om vrede te scheppen. De Pax Islamica omvat de hele aarde met het doel van de Jihad. En zo draait de pré-Orwelliaanse dubbelspraak van de islam oorlog in vrede om en geweld in genade – zolang ze door moslims en tegen niet-moslims worden gepraktiseerd. Moslims mogen doden, maar ze kunnen geen moordenaars zijn. Moslims mogen terreur uitoefenen, maar ze kunnen geen terroristen zijn. Ze mogen dan wel volkerenmoord plegen, maar ze zijn er alleen maar beter door als ze dit doen. Want hun doel is altijd ”vrede”.

Op deze manier draait het islamitische systeem zwart om in wit en wit in zwart. Naties, die proberen zich te verzetten tegen islamitische terreur, zijn de misdadigers, omdat zij de vrede blokkeren. En de terroristen zelf willen alleen vrede, die alleen maar tot stand kan komen wanneer hun slachtoffers hun autoriteit accepteren. Ongeveer op dezelfde manier hoe nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie deze ”duurzame basis voor vrede” legden, doordat zij de bedreiging door Polen beëindigden.

Wanneer westerlingen het over vrede hebben en wanneer moslims het over vrede hebben, mogen ze dan wel het hetzelfde vertaalde woord gebruiken, maar ze bedoelen er allebei heel iets anders mee. Voor westerlingen is vrede niet van een ideologie afhankelijk. Voor moslims echter is vrede niet te scheiden van de islam. Op die manier, zoals in het Russisch ”Mir” zowel ”vrede” als ”wereld” betekent, wat een ironische interpretatie van iedere uitleg van vrede door de Sovjet-Unie tot gevolg had, creëert in het Arabisch de verbinding tussen islam en Salaam een eigen linguïstische complicatie.

Aslim, Taslim was de boodschap die Mohammed aan niet-islamitische heersers stuurde; letterlijk betekent zij: ”Onderwerp jullie en het zal jullie goed gaan”. Sindsdien werd deze boodschap door islamitische leiders, zowel politieke als religieuze, naar westerse leiders gestuurd. De veelzijdige betekenissen van ”vrede”, ”onderwerping”, ”compleetheid” en ”veiligheid”, die samenhangen met de naam van de religie zelf, spelen met de dubbelzinnigheid van ideeën. Vrede wordt tot capitulatie. Islam wordt tot veiligheid. En veiligheid betekent onderwerping.

Voor westerlingen kan vrede onafhankelijk van religie bestaan, voor moslims is vrede een theologische toestand in plaats van een politieke. Een politieke vrede zal door moslims nooit als iets anders dan een tijdelijke wapenstilstand worden beschouwd, via welke men een strategisch voordeel verkrijgt. Ware vrede moet theologisch zijn, waarbij niet-moslims de superioriteit van de islamitische wet en van de Koran erkennen. Om de ”compleetheid” met de Dar al-Islam te bereiken, moet men zich eerst aan hem onderwerpen. Aslim, Taslim.

Westerse apologeten van de islam brengen naar voren, dat hij een ”religie van de vrede” zou zijn. Dat impliceert, dat de islam vrede predikt, hoewel moslims in werkelijkheid alleen als in de context van de islam bestaand beschouwen. Deze theologie van de Pax Islamica maakt van iedere voorstelling van een vreedzame co-existentie een absurde grap, want zij definieert vrede alleen in eigen begrippen en behandelt alle anderen als opstandige ketter, die onderdrukt en volgzaam tegenover de islam gemaakt moet worden.

De islam is zeker niet vreedzaam. Hij beweert gewoon dat hij het enige middel zou zijn waardoor vrede kan worden bereikt. En hij ziet er geen paradox in om gebruik te maken van oorlog om deze vrede te bereiken. Niet anders dan Lenin deed, toen hij de pacifisten veroordeelde dat ze de strijd tegen de kapitalisten opgaven, die de ware oorzaak van de oorlog waren. Zo zien ook de moslims niet-moslims als de oorzaak van oorlog. Een moslim mag een Jihadist zijn, maar dat betekent alleen dat hij voor de vrede vecht. Net zoals de Rode Brigades. En zo integreren de moslims hun middelen in hun doelen. Moord wordt tot een daad van vrede, net zoals de religie, die hem beveelt.

Iedere vermelding van de religie van de vrede zou ons er aan moeten herinneren, dat de islam zelf de vrede als een nulstandspel beschouwt, waarin alleen moslims en diegenen die zich onderwerpen, vrede kunnen hebben. En alle anderen blijven een bron van oorlog en conflict. Toen de Israëli’s probeerden hun goede wil te laten zien door ”Shaloom, Salaam” te zingen, maakten ze zichzelf alleen maar belachelijk, want de woorden mogen dan wel gelijk zijn, de ideeën erachter zijn het niet. En niet-moslims, die over vrede praten, worden als personen behandeld die of hun onderwerping aankondigen of een tijdelijke wapenstilstand. Omdat het bestaan van een niet-islamitisch land in de Dar al-Islam niet kan worden getolereerd, net zoals een synagoge niet groter mag zijn dan een moskee, kan Israël nooit een vrede bereiken, die door moslims zal worden erkend. Slechts tijdelijke wapenstilstanden, als het geluk heeft.

Terwijl het Kalifaat zich uitbreidt in de wereld, zal dat niet alleen gelden voor landen als Israël of India, die geen vrede tegen welke voorwaarden dan ook kunnen bereiken, maar voor ieder land, om het even hoe bereidwillig het aan appeasement doet. Wapenstilstanden zullen aflopen en voor hen in de plaats zal oorlog komen.

Het hysterische geweld van het terrorisme is het antwoord van de moslims, die hun persoonlijke eer met die van de islam als geheel identificeren. Het is de overlapping van de stam en de theologie; dezelfde familie-eer, die ervoor zorgt dat vaders hun dochters doden, zit achter de zelfmoordbomaanslagen in naam van de Jihad. Een niet-moslim, die op welke wijze dan ook beter is dan een moslim, onteert hem individueel. Een land ongelovigen, dat superieur is aan islamitische landen, onteert de complete islam. Een islamitische leider, die ingaat op een deal met een ongelovige, onteert de islam en wordt daarvoor om het leven gebracht. Een islamitisch land, dat in vrede leeft met ongelovigen, zal terroristen hebben die zich tegen dit land verheffen en zullen zorgen voor een omwenteling.

De twee gezichten van de islam – het geweld en de ver verwijderde vrede die nooit komt – vormen de grens tussen zijn werkelijkheid en zijn mythologie. Net zoals de Sovjet-Unie stond op de nood en de ontberingen van de arbeiders, opdat zij op zekere dag onder het ware communisme zouden kunnen leven, cultiveert de islam het geweld in naam van de vrede, die nooit zal komen. Want het hieraan ten grondslag liggende smerige geheim van de islam bestaat erin, dat hij vanaf het begin niet meer dan een werktuig voor verovering, roof, verkrachting en moord is geweest. Van Mohammed tot op de dag van vandaag zijn de leiders van de islam mannen, die macht willen. De islam is hun middel om deze te krijgen. Zoals het nationaalsocialisme en het communisme dat voor anderen was. De islam is een ideologie van de macht, die zich vrede slechts kan voorstellen in begrippen van verovering.

”Geef me je geld en niemand zal iets overkomen”, zegt de straatrover. Hij brengt hetzelfde idee tot uitdrukking. Hij belooft vrede in ruil voor coöperatie. Mohammeds afspraken met niet-moslims waren dezelfde soort van vrede. Maar waar de straatrover rooft en verdwijnt, schiep Mohammed een permanent systeem van verplichtenden, waarin de niet-moslims dhimmi’s moesten worden, die beschermingsgeld aan de moslims betaalden en die van hen de hoogste scheidsrechter van alle ruzies maakten. Op een bepaald moment zou het er dan, ondanks alle afspraken, mee eindigen, dat Mohammed de resterende niet-moslims in de omgeving doodde, tot slaaf maakte en verdreef. En daarmee was de eerste Dar al-Islam geboren.

Bron:

http://www.nicht-mit-uns.com/nahost-infos/texte/0sknish100803.html

Auteur: Daniel Greenfeld

Bron oorspronkelijke artikel:

http://sultanknish.blogspot.com/2010/08/religion-of-peace.html