José Maria Aznar is voormalig premier van Spanje. Een tijdje geleden schref hij volgend artikel in de Italiaanse krant Il Messagero.
Er was een tijd dat links, vooral Europees links, de hergeboorte van Israël met een diepe bewondering beschouwde. Enerzijds uit een gevoel van historische gerechtigheid ten opzichte van het nazisme. Anderzijds,was er de romantiek van de kibboutzim die erin slaagden boomgaarden aan het bloeien te brengen in volle woestijn en daarbij de principes van een authentiek egalitair socialisme te respecteren. Maar de bewondering smolt als sneeuw voor de zon toen Israël verplicht werd de wapens op te nemen om zich tegen zijn eigen buren te verdedigen. Soms zelfs preventief, zoals in 1967 (de zesdaagse oorlog).
Links dat op de koop toe de handen vol had met het terugwinnen van het proletariaat dat het in Europa de rug had toegekeerd, zag in de Palestijnse staat een revolutionaire protagonist die uitstekend in zijn geschiedenis paste. Geleidelijk aan werd Israël als een aanhangsel van de Verenigde Staten beschouwd: visceraal anti-Amerikanisme en afkeer van de Hebreeuwse staat smolten samen. Vandaag is anti-Amerikaans en antisemitisch praktisch hetzelfde.
Zie Joods Actueel.
donderdag 2 april 2009
José Maria Aznar: ‘Waarom Israël verdedigd moet worden’
Labels:
anti-Amerikanisme,
anti-semitisme,
Israël,
José Maria Aznar