zondag 22 juni 2008

Een voet tussen de deur...

Volgens Ahmed Marcouch wordt in achteraflokaaltjes de korankennis en het Arabisch er bij de leerlingen in geslagen. In plaats dat hij pleit voor het ontslaan van dergelijke “leraren”, het sluiten van de betreffende koranscholen, of de verantwoordelijke ouders oproept aangifte te doen van kindermishandeling grijpt hij de gelegenheid aan om (natuurlijk) te proberen de invloed van de islam in onze maatschappij te vergroten. Zijn oplossing voor een door fanatieke, fundamentalistische moslims in Nederlandse koranscholen gecreëerd probleem is om op openbare scholen aandacht te gaan besteden aan de islam.

Diverse verzen in de koran roepen moslims op hun geloof onder niet-moslims te verspreiden en te proberen hen te bekeren. Dit staat bekend als dawa. Volgens de website DawaNet lenen scholen zich hiervoor uitstekend: scholieren worden dagelijks geconfronteerd met nieuwe informatie en meningen en staan daardoor meer open voor nieuwe overtuigingen en ideeën. Op deze website vinden we dan ook een blauwdruk hoe het bekeren van argeloze leerlingen het beste systematisch aangepakt kan worden.

  • Moslims wordt aangeraden zich in groepen te organiseren
  • Persoonlijk contact wordt gezien als de meest effectieve methode
  • Vragen van leerlingen over de islam kunnen worden uitgelokt door het anders zijn van moslims te benadrukken: bijvoorbeeld door het volgen van islamitische gebruiken zoals het gebed, of door het dragen van islamitische kleding (Marcouch: "het dragen van een boerka op school moet bespreekbaar zijn")
  • De schoolkrant moet worden ingezet om dawa te verrichten: hoewel het op scholen niet is toegestaan te preken kan dit verbod worden omzeild door artikelen over de betekenis van islamitische feestdagen als nieuws te presenteren
  • Leerlingen moeten als groep de school benaderen en vragen om de datums van islamitische feestdagen opgenomen te krijgen in de schoolkalender, net als de datums van christelijke en joodse feestdagen (Marcouch: “islamitische feestdagen dienen te worden gerespecteerd, zodat moslimjongeren in het openbaar onderwijs terecht kunnen zonder hun religie te verloochenen”)
  • Islamitische boeken in de schoolbibliotheek, een islamitische nieuwsbrief, islamitische onderwerpen kiezen voor schoolprojecten, allemaal spelen ze een rol in het bekeren van de klasgenootjes


Op de pagina Dawa Methods worden de mogelijkheden systematisch verder uitgediept. Bijvoorbeeld: “Hoe de openbare school rekening te laten houden met het geloof: een zesstappenplan” (compleet met voorbeeldbrieven, zowel voor verzoeken als om te bedanken).
Ouders wordt aangeraden zich actief met de school te bemoeien om te proberen aan on-islamitische activiteiten een einde te maken en te zorgen dat er geen negatieve informatie over de islam wordt verspreid. Hen wordt aangeraden de lesboeken van hun kinderen te lezen om misinformatie te voorkomen en om samen met islamitische organisaties te proberen invloed uit te oefenen op het leerplan (Marcouch: “aandacht besteden aan het scheppingsverhaal”).

Natuurlijk komt ook op deze website het spook van de discriminatie aan bod. Ouders wordt aangeraden contact op te nemen met de directeur van de school als ze het gevoel hebben dat de leraar of lerares tekenen vertoont van vooroordelen of racisme. Eerst alleen, om niet onnodig confronterend te lijken. Als dat niet lukt wordt hen aangeraden de hulp in te roepen van andere ouders en/of islamitische organisaties.

Teenagers krijgen 12 tips aangereikt over hoe ze hun leeftijdgenoten kunnen interesseren en uiteindelijk bekeren tot de islam. Ouders krijgen 21 tips over hoe ze het beste een voordracht in de klas over de bedevaart naar Mekka kunnen aanpakken, compleet met links naar een website waar video’s en ander informatief materiaal besteld kan worden. Zelfs een gebeurtenis als een islamitisch huwelijk wordt aangeduid als een gelegenheid om de islam te promoten.

De mentaliteit die deze website uitstraalt blijkt heel duidelijk uit het volgende stukje:

We moeten elke gelegenheid benutten om niet-moslim medeleerlingen en de staf van de school ontvankelijk te maken voor de islam en een omgeving te creëren waarin de niet-moslim, waar hij zich ook wendt of keert, de islam op een positieve wijze ziet afgebeeld, erdoor wordt beïnvloed en uiteindelijk met Allah’s hulp de islam accepteert, Insha Allah (als God het wil).

Een eerste vereiste om dit soort traject in gang te zetten is natuurlijk om de islam als “vak” op onze openbare scholen te introduceren. Marcouch probeert de weer eens o zo zielige moslimkindertjes te gebruiken om in de openbare scholen een voet tussen de deur te krijgen en zo de weg naar (verdere) islamisering van onze openbare scholen open te leggen. Niet met geweld, de methode van Al Qaeda en aanverwante zielen, maar sluipenderwijs, de methode van de Moslim Broederschap en hun “soft jihad”. Zijn vroegere voorbeeld Youssef el Qaradawi, leider van de Moslim Broederschap, kan trots op hem zijn.